Vrijheid en discipline in de middenbouw

Geschreven door Maaike Steijlen, Zillah de Groot en Marcella Plukaard

Als je in onze klaslokalen zou observeren, zou je zien dat wij, de begeleiders, niet elke beweging van de kinderen controleren. Kinderen lopen vrij rond en kunnen het klaslokaal verlaten zonder te vragen. Kinderen lopen rond om nieuw werk te pakken, om hun klasgenoten om hulp te vragen, om een ​​snack te eten, om naar het buitenwerk of een andere activiteit te gaan.

De kinderen zijn vrij om met anderen om te gaan. Dit wordt aangemoedigd en het zou lastig zijn hier een halt toe te roepen, omdat het een van de kenmerken van deze leeftijdsgroep is. Je zult ook zien dat kinderen samenwerken om samen te leren, elkaar te helpen of een presentatie te geven aan een kleine groep leeftijdsgenoten. We geven onze kinderen de vrijheid om met anderen om te gaan.

Je zal ook kinderen zien die rondlopen, naar anderen kijken die aan het werk zijn, kort luisteren naar een presentatie of uit het raam kijken. Onze kinderen hebben de vrijheid om te reflecteren en te pauzeren. Wij als volwassenen kunnen ook niet non-stop werken, ook wij hebben tijd nodig om te pauzeren en onze gedachten te laten gaan.  In onze klassen zul je zien dat we kinderen laten rondlopen, luisteren bij anderen, pauzeren en reflecteren. Dit helpt hun hersenen om de informatie die ze net hebben geleerd te structureren en zich voor te bereiden op de volgende activiteit. Onze begeleiders zijn ervaren waarnemers.

Waar zijn we naar op zoek als we een kind zien rondlopen, met anderen zien praten of als het lijkt of het kind 'wegdroomt'? We zijn op zoek naar discipline. Wanneer laat het kind zien klaar te zijn voor een volgend werk, klaar om zich opnieuw te concentreren en te werken aan het volgende doel dat hij zichzelf stelt? Dit zal ons laten zien hoe het kind zijn eigen wil ontwikkelt, zijn eigen discipline. Wanneer is het kind klaar om zichzelf te vertellen terug aan het werk te gaan? En welke keuzes maakt het kind?

Om kinderen te helpen goede keuzes te maken, bereiden onze begeleiders de omgeving zorgvuldig voor. Wat heeft het kind nodig om zijn eigen werk te kiezen, om een ​​goede plek te vinden om te zitten, om respectvol met anderen te communiceren, om zich te ontwikkelen? Wanneer u in onze omgevingen kijkt, vindt u verschillende werkplekken. Enkele tafels, groepstafels, kleedjes om op de vloer te werken. De materialen worden doelbewust uitgestald, de meeste deksels zijn van de dozen, zodat de kinderen kunnen zien hoe het materiaal eruit ziet en een betere beslissing kunnen nemen.

Naast observeren zijn de gidsen er om het kind te helpen en hem bewust te maken van zijn gedrag en zijn verantwoordelijkheden. En kinderen zullen fouten maken, ze beginnen pas net met het trainen van hun wil. Discipline is een keuze die je maakt. Hoe maak je goede keuzes?

In onze klassenvergaderingen bespreken we deze keuzes met de kinderen. Ze mogen fouten maken: ze hebben deze vrijheid. We praten hierover met onze kinderen. Niet alleen in een klassenvergaderingen maar ook in onze één-op-één mentor bijeenkomsten.

Hier bespreken we welke doelen het kind zichzelf stelt en hoe hij die doelen zal bereiken. Wat heeft het kind nodig om vermenigvuldigen met grote getallen te leren? Heeft hij een les van een klasgenoot nodig, heeft hij elke dag een rustige plek nodig om zich echt te focussen en te oefenen, of heeft hij anderen nodig om mee te werken om gemotiveerd te blijven en door te gaan? Ook hier kan de begeleider in een mentorrol niet alles beheersen. Het kind is degene die het moet uitproberen en kijken of het werkt. Tijdens het volgende mentorgesprek  bespreken we wat heeft gewerkt en kan het het plan worden bijgesteld. Waar heeft het kind goede keuzes gemaakt en waar heeft het nog hulp nodig?

Met vrijheid komt verantwoordelijkheid.

Op onze school leren en werken we, zijn we respectvol voor anderen en onderbreken we niet onnodig. De begeleiders zijn er ook om kinderen te helpen herinneren aan deze verantwoordelijkheden. Dus kinderen worden soms gevraagd om naar een andere werkplek te gaan als ze niet kunnen werken zonder te onderbreken, of we herinneren het kind aan het opruimen na een snack, als een ander kind hem nog niet heeft herinnerd.

Vrijheid is voor het individu, voor zijn eigen ontwikkeling. Vrijheid binnen duidelijke grenzen geeft het kind de beste kans om zich volgens zijn eigen plan te ontwikkelen. Discipline en verantwoordelijkheid is ook voor de samenleving. Er moet een goede balans zijn.

“Het kind dat nooit heeft geleerd om alleen te werken, doelen te stellen voor zijn eigen handelen, of de meester van zijn eigen wilskracht te zijn, is herkenbaar in de volwassene die zich door anderen laat leiden en een constante behoefte aan goedkeuring voelt van anderen".

- Education and Peace, Maria Montessori

Vrijheid, discipline, verantwoordelijkheid, de wil; dit alles wordt ontwikkeld door het kind terwijl hij op Casa werkt. In de juiste balans zien we een kind de klas binnenkomen, zijn werk plannen, hallo zeggen tegen enkele vrienden en misschien wat werk met hen plannen, doorgaan met het pakken van zijn werk en dan focussen op het afmaken hiervan. Misschien staat hij onderweg op om een vriend om hulp te vragen. Na het opbergen van het werk kan hij rondlopen, zich ontspannen voelen en een ander kind helpen. Is er een vrije ruimte aan de snacktafel dan kan zal hij zich daar bij wat vrienden voegen. Daarna maakt hij zijn plekje schoon zodat het klaar is voor het volgende kind. Nu is het weer tijd om verder te werken: Het kind zoekt in zijn portfolio naar het volgende doel, hij vindt de vrienden die hij nodig heeft om samen verder te gaan met hun presentatie, enz.

Dit alles, in de juiste balans, kan worden gedaan met minimale interferentie van de begeleiders. Ze zijn er altijd als ze echt nodig zijn, maar doen een stapje terug als het kan.