Luister je liever naar dit artikel via een (door AI gegenereerde) podcast? Klik dan hier!
Wiskunde is een fundamenteel onderdeel van het Montessori-leerplan en in het Kinderhuis (leeftijd 3-6) wordt het geïntroduceerd op een manier die zowel boeiend als ontwikkelingsgericht is. Door middel van praktische ervaringen en zorgvuldig ontworpen materialen, bouwen kinderen een sterke basis in wiskundige concepten, waardoor ze een diep begrip en waardering voor getallen en hun relaties ontwikkelen.

Waarom vroeg beginnen met wiskunde?
Wiskunde is overal in ons dagelijks leven. Kinderen komen van nature in aanraking met wiskundige concepten als ze hun omgeving verkennen - of het nu gaat om het tellen van stappen, het herkennen van patronen of het begrijpen van tijd. In het Montessori-onderwijs erkennen we dat jonge kinderen zich in een gevoelige periode bevinden voor orde, precisie en patroonherkenning, waardoor dit een ideaal moment is om wiskunde op een gestructureerde en betekenisvolle manier te introduceren.
De Montessori-benadering van wiskunde
Dr. Maria Montessori geloofde aanvankelijk dat wiskunde misschien te abstract was voor jonge kinderen. Ze merkte echter dat kinderen zich van nature aangetrokken voelden tot wiskundige concepten als ze die concreet en op een zintuiglijke manier voorgeschoteld kregen. Dit inzicht leidde haar tot het ontwerpen van materialen waarmee kinderen wiskunde op een praktische manier kunnen ontdekken, waardoor ze zelfvertrouwen en liefde voor getallen krijgen.

De opbouw van wiskunde in de Children’s House.
De Montessori-wiskundematerialen volgen een duidelijke volgorde die van concrete ervaringen, waarbij het kind de kans krijgt om te voelen, kjken en vergelijken, naar abstract begrip, waar het werk steeds meer in het hoofd en op papier plaatsvindt, leidt. Het curriculum is onderverdeeld in zes hoofdgebieden:
- Getallen tot 10 - Kinderen verkennen eerst hoeveelheden met getallenstokken en koppelen deze vervolgens aan symbolen via schuurpapiernummers en andere activiteiten. Dit vormt de basis voor begrip van getallen en tellen.
- Het Decimale Systeem - Met behulp van het gouden kralenmateriaal krijgen kinderen een intuïtief gevoel voor plaatswaarde en de concepten van eenheden, tientallen, honderden en duizenden.
- Lineair Tellen en Sprongsgewijs Tellen - Dit omvat activiteiten zoals de honderd- en duizendkettingen, die kinderen voorbereiden op vermenigvuldiging en verdere telvaardigheden.
- Memorisatie van Basisbewerkingen - Zodra kinderen een stevig begrip van getallen hebben, beginnen ze optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen te memoriseren met boeiende materialen zoals het kralenrek en vingerkaarten.
- Overgang naar abstractie - Na verloop van tijd schakelen kinderen over van concrete materialen naar het oplossen van wiskundige problemen in gedachten en op papier.
- Breuken- Zodra kinderen vertrouwd zijn met hele getallen, bieden breukenmateriaal een visuele en tastbare manier om delen van een geheel te verkennen.
Rol van de volwassene
Een belangrijk aspect van het Montessori-onderwijs is de begeleiding door getrainde volwassenen. Begeleiders observeren elk kind zorgvuldig en zorgen ervoor dat nieuwe concepten op het juiste moment worden geïntroduceerd. Ouders kunnen de wiskundige ontwikkeling van hun kind thuis ondersteunen door wiskunde in het dagelijks leven op te nemen—objecten tellen, ingrediënten afmeten tijdens het koken of tijd en geld bespreken in praktische situaties.
Conclusie
Wiskunde in het Montessori Children’s House gaat verder dan alleen leren tellen—het is een zorgvuldig gestructureerde reis die probleemoplossende vaardigheden, logisch denken en een oprechte enthousiasme voor wiskunde bevordert. Door kinderen concrete ervaringen te bieden en hen in hun eigen tempo te laten groeien, legt het Montessori-wiskundeonderwijs de basis voor een levenslange liefde voor leren.